Diagnose 't Buurtschap - Theater voor in een museum
Bij het lezen van de titel zou je misschien kunnen denken dat ik het openluchtspel “Woar ehakt wödt valt späöne” niet meer van deze tijd vind en dat het opgeborgen zou kunnen worden in een museum. Gelukkig dienen musea er niet voor om oude zooi in op te bergen. Daar hebben we andere opslagplaatsten voor.
Het zevende openluchtspel dat toneelgezelschap ‘t Buurtschap uit Sinderen produceerde, verried op alle manieren dat deze groep weet wat het is om theater te maken. En niet in het minst door de een van de leden zelf geschreven theatertekst.
Deze voerde de kijker terug naar begin jaren 60. Een plattelandgemeenschap, agrarische omgeving. Paard wordt langzaam aan vervangen door kleine trekkers. Kleine akkers, een scholtenboer, de grens, het smokkelen, de commiezen, de postbode (een echte!), het ophalen van de melk, het vouwen van de lakens, het harken van je voortuin. Als je die tijd hebt meegemaakt werd je vervuld van weemoed bij het zien van al die tot leven gebrachte familiealbumfoto’s. Sommige dingen was je eigenlijk alweer vergeten, maar ze kwamen met een schok naar boven en de “Oh ja’s” hingen overal in de lucht.
Als je die tijd niet hebt meegemaakt zit je met verbazing te kijken naar het overschot aan tijd, het lage levensritme, de handgemolken koeien, het stapelen van het hooi. En ja, door de fantastische locatie: het ruisen van de wind door de bomen, de vrolijk-fluitende vogels, de zonsondergang, het leven in de natuur.
Je kunt van alles inbrengen tegen deze soort theater en mensen die geen raad weten met rust en stilte, zullen dat wellicht doen, maar het is van grote waarde voor iedereen om op deze manier een levenswijze te schilderen zoals 65-plussers die nog hebben meegemaakt. Na het kijken van dit stuk hoef je niets meer uit te leggen aan je (klein)kinderen. Dit was wat het was. Zo leefden wij, zo zijn we opgegroeid. Zo zijn onze verhalen. Even waren wij in een levend museum terecht gekomen. En we hoefden niet twee uur door zalen te lopen. Alles werd ons twee uur lang voorgeschoteld. ‘t Buurtschap kan dat als geen ander.
We leefden mee met Dora die dreigde uit haar huis gezet te worden. En we lachten om Jan en Anja, Gustaf en Gertrud, en Berend en Johanna. We wisten dat er iets niet deugde aan Anton en Bea. We hoopten vurig dat Diny zou slagen voor haar schoolexamen. En de spanning werd er bij ons goed in gehouden door commiezen Frits en Karel. Niks stond ooit ergens echt op het spel; alle personages waren om op te vreten. Ja, zelfs het paard van de Melkboer was een genot om naar te kijken. Stiekem droomden we dat alles nog zo zou zijn. Het gevoel dat er veel van waarde verloren is gegaan nam af en toe de overhand.
En toen we na de voorstelling -ruim voor half 11!- onder het genot van een glas wijn napraatten -zoveel mensen bleven hangen- bleek ook het horecaplein prachtig aangekleed en verlicht. Zo werd het toch nog een latertje en keerden we met tegenzin terug naar onze moderne tijden.
Wie : Toneelgezelschap ‘t Buurtschap uit Sinderen
Wat : Openluchtspel ‘Waor ehakt wödt valt späöne’
Waar : ‘t Migcheltsbusken op Sinderen
Wanneer : 27 juni 2024
Nog te zien op: 28 juni, 5 juli en 6 juli
Regie : Jeanine Vreeman